Groot deel collectieve pensioenregelingen verzorgd door bedrijfstakpensioenfondsen
In Nederland kennen we geen verplichting voor werkgevers om te zorgen voor een collectieve pensioenregeling. Toch hebben meer dan 95% van alle bedrijven met personeel, een collectieve pensioenregeling.
Verschillende soorten pensioenregelingen
Er zijn verschillende soorten pensioenregelingen die tegenkomen. In deze blog laat ik zien hoe het grootste deel van de pensioenregelingen zijn georganiseerd.
Het grootste deel van de collectieve pensioenregelingen wordt verzorgd door bedrijfstakpensioenfondsen. Dat zijn ongeveer 65% van alle pensioenregelingen. De kern van een bedrijfstakpensioenfonds is, dat deze wordt georganiseerd door de hele bedrijfstak en per bedrijfstak.
Een voorbeeld is het bedrijfstakpensioenfonds voor de metaal. Dat betekent dat alle werknemers die we scharen onder de bedrijfstak metaal, deelnemen in hetzelfde pensioenfonds.
De totale deelname van de metaal bedrijfstak beslaat in totaal 1.300.000 werknemers in 34.000 bedrijven.
Het economisch landschap is in Nederland is verdeeld in een aantal bedrijfstakken. Per bedrijfstak wordt er meestal ook een cao afgesproken. Het aantal bedrijfstakpensioenfondsen loopt ongeveer gelijk op met het aantal cao’s. Het loopt niet helemaal parallel. Blijf daarom wel goed opletten.
Als er op bedrijfstak niveau een afspraak wordt gemaakt, dan overleggen de sociale partners over de inhoud van het pensioenfonds. Het akkoord is daarom een akkoord op het hoogste niveau in de bedrijfstak. Als op dit niveau de werkgevers vertegenwoordiging en de werknemers vertegenwoordiging het met elkaar eens worden, dan geldt de afspraak voor de hele bedrijfstak. Het belang is dus enorm groot.
Naast het pensioenfonds voor de Metaal zijn er nog zo’n 60 bedrijfstakpensioenfondsen actief in Nederland.
Voorbeelden van bedrijfstakpensioenfondsen zijn:
• Pensioenfonds voor de Bakkers
• Horeca
• Bouw
• Groothandel in levensmiddelen
• ABP voor de ambtenaren en Zorg & Welzijn voor de Zorg
• Enzovoort.
Hoe weet je nu als bedrijf, dat je onder een bepaalde bedrijfstak valt? Dat hangt van hetgeen is beschreven in de zogenaamde verplichtstelling. De tekst van deze verplichtstelling wordt vastgesteld door de sociale partners, dus de werkgevers- en werknemers vertegenwoordiging. In verplichtstelling wordt nauwkeurig beschreven welke activiteiten van bedrijf vallen onder deze verplichtstelling.
Het is zeker niet altijd eenvoudig om te bepalen of de bedrijfsactiviteiten voldoende worden beschreven in de verplichtstelling. Het kan er zomaar zijn, dat het niet helemaal duidelijk is of een bedrijf al of niet onder de verplichtstelling valt. En los daarvan, kan het zijn, dat de activiteiten van een bedrijf veranderen door de jaren. En daardoor verandert het karakter van een bedrijf.
Voorbeelden zijn: een bedrijf dat onderdelen computer importeert. Deze import wordt niet beschreven door een verplichtstelling. Op grond daarvan mag het bedrijf geheel naar eigen inzicht de eigen pensioenregeling inrichten. Of zelfs kiezen om helemaal geen collectieve pensioenregeling in te richten. Dit bedrijf heeft ervoor gekozen om naast import van computer onderdelen, ook de onderdelen te assembleren en complete computers te verkopen. “Assembleren van onderdelen” staat omschreven in de verplichtstelling van de Metaal. En zo ontstaat dan een situatie, dat een bedrijf gaat vallen in de bedrijfstak metaal.
In de praktijk gebeuren dit soort verschuivingen, vaak zonder de ondernemer dit in de gaten heeft. De vraag is dan, wanneer men dit in gaten heeft, en wie dit in de gaten krijgt. Als een bedrijf aangesloten wordt bij een bedrijfstakpensioenfonds, nadat de werkzaamheden zodanig zijn aangepast, dat het bedrijf onder de verplichtstelling, dan neemt een bedrijf vanaf het moment, dat die werkzaamheden worden verricht. Dat kan wel eens erg pijnlijk zijn. Het inschrijvingsmoment is, dan soms vele jaren, nadat de werkzaamheden zijn veranderd. En dus moet het bedrijf over de achterliggende jaren, alsnog de premie betalen.
Ons advies, controleer
Ons advies is dan ook, om regelmatig te controleren of de werkzaamheden veranderen bij een bedrijf. Vooral als er sprake is van fusies, verkoop, groei, krimpen, innovatie enzovoort.
Het zou ook zomaar kunnen gebeuren, dat een bedrijf van het ene bedrijfstakpensioenfonds naar een ander overgaat.
Het belangrijk om te realiseren, dat bij een bedrijfstakpensioenfonds alles uiteindelijk wordt geregeld op het hoogste niveau. Als de sociale partners tot een afspraak komen, dan tekent de verantwoordelijke minister voor het eindakkoord. Zodra dat is gebeurd, dan geldt het pensioenfonds voor alle bedrijven in de bedrijfstak.
Er zijn tegenwoordig nogal wat tegenstanders van de werking van een bedrijfstakpensioenfonds. Het is dan aardig om te realiseren, waarom wij überhaupt pensioenfondsen hebben. Vanuit het oogpunt van de bedrijfstak vinden wij het in Nederlands niet kies, als bedrijven onder elkaar concurreren over de ruggen van de werknemers heen. Lees: de arbeidsvoorwaarden. In de onderlinge concurrentiestrijd zal er ook op kosten worden geconcurreerd. Als de arbeidsvoorwaarden afhangen van de ondernemer zelf, dat vindt er ook concurrente plaats op de kosten voor arbeid. Voor werknemers is dat slecht nieuws. Juist bij cao’s en de toepassing van een bedrijfstakpensioenfonds kunnen ondernemingen niet meer concurreren op de arbeidsvoorwaarden. Die zijn bij alle ondernemingen gelijk. Concurrentie vindt dan plaats op basis van kwaliteit, efficiency, innovatie en dienstverlening.
Ondanks alle kritiek op de uniforme arbeidsvoorwaarden, zijn we als Nederlandse economie, nog steeds van mening, dat het voor het algemene welzijn van werknemers beter is om deze manier van afspraken maken in stand te houden.
Mijn conclusie
Mijn conclusie is dat, voor de komende jaren de bedrijfstakpensioenfondsen een prominente rol zullen blijven spelen in de Nederlandse economie.